Gepubliceerd op 6 december 2011
Laatst bijgewerkt op 23 juni 2012, 17.50 uur.
Bewonersparticipatie – hoe vaak lezen we niet dat bestuurders er groot belang aan hechten? Participatie is: samen dingen doen, bijvoorbeeld samen plannen maken.
Toch komt bewonersparticipatie in de praktijk maar weinig voor als het gaat om samenwerking tussen bestuurders en bewoners. Er zijn tal van signalen dat bestuurders een soort firewall gebruiken, net zoals wij in onze computers een firewall gebruiken tegen virussen, spionagesoftware en andere rommel. Met hun eigen firewall houden bestuurders de burgers op afstand.
Een voorbeeld: eind mei 2012, een bewoonster van gevorderde leeftijd wil vuilnis signaleren die voor haar woning ligt op een tijd en plaats dat die daar niet hoort. Héél veel vuilnis. Ze belt dus 14020 – hét nummer dat bewoners en autoriteiten bij elkaar zou moeten brengen. Maar meneer 14020 weigert haar de telefoonnummers te geven van de vuilnisophaaldienst en van de milieupolitie. De bewoonster ziet meerdere malen auto's van de reinigingsdienst voorbij rijden, klaarblijkelijk onder het motto van: goed kijken, maar aankomen niet...
Enige afstand tussen burgers en bestuurders kan nuttig zijn. Maar wanneer bestuurders bewoners op een 'rare' manier op afstand houden bij zaken die ingrijpen in de directe woon- of leefsituatie van bewoners, vergroot dat de kans op een loopgravenoorlog. Die wordt toch al te vaak gesignaleerd.
De bestuurlijke firewall bestaat uit een groot aantal componenten die in de praktijk in wisselende samenstelling ingezet worden, maar zelden allemaal tegelijk:
vriendelijkheid: wees als bestuurder vooral altijd heel vriendelijk naar de burgers. Deze component is vrijwel altijd zichtbaar. Actieve bewoners doorzien het echter vrij snel indien de vriendelijkheid dient als maskerade.
excuses, ook wel verschuilen of zwartepieten: zeg dat je weinig beleidsruimte hebt, dat niet ik als bestuurder maar hogere bestuurslagen en 'de' maatschappelijke omstandigheden mij dwingen tot deze voor jullie nare maatregelen – denk aan een portefeuillehouder die bijna huilend het besluit verdedigde om in een kleine wijk vele honderden woningen te slopen (veel van die bewoners zaten op dat moment in de raadzaal). Laat je overigens als bestuurder niet verlokken tot een goede analyse van die maatschappelijke omstandigheden. Of zeg als portefeuillehouder dat de (deel-)raad het zo wil en gok er op, dat de bewoners het niet gaan navragen. Slechts enkele raadsleden zijn namelijk voldoende van alle details op de hoogte om zulke smoezen snel te doorzien.
Denk ook aan 'pakketten' die je als stadsdeelbestuur vanuit de centrale stad kunt krijgen en waarvoor je dan als stadsdeelbestuur wel de zogenaamde participatie moet organiseren, zonder dat je er iets noemenswaardigs over te zeggen hebt.
Een bekend excuus hebben we leren kennen in de periode dat De Grootste Make Over van Europa in de steigers stond. In die fase kregen bewoners van bestuurders te horen dat ze bij de woningbouwcorporaties moesten zijn, en van hun verhuurder kregen ze te horen dat het allemaal zo besloten was door het stadsdeelbestuur. Zoiets als een zwartepietenspel dus.
Onderzoek hoort ook in dit rijtje. Ook al is het slecht uitgevoerd: welke bewoner en welk deelraadslid doorziet dat nou? "Onderzoek" klinkt gewichtig en wordt dan ook graag als schuilhok gebruikt.
onvermogen bij bestuurders en/of ambtenaren om op een gelijkwaardige manier met burgers om te gaan. Een probleem dus van houding, cultuur.
bluf, oftewel valse argumenten, zoals we die vermoeden bij de besluiten voor de opheffing van de Dorpsraad Sloten Oud-Osdorp, de kaalslag in de beroemde Mien Ruystuinen in het Van Eesteren Buitenmuseum, over de bouwkundige staat van sommige woningcomplexen, de beroemde kreet De Burger Centraal, enzovoorts, enzovoorts. Een bekend en veel gebruikt vals argument is de bewering dat er participatie is geweest, terwijl bewoners alleen maar geraadpleegd of voorgelicht zijn.
Misleidende terminologie hoort dan ook nadrukkelijk in het rijtje van valse argumenten. Misschien is 'participatie' wel de meest misbruikte term als het gaat om de relatie tussen burgers en bestuurders.
Ook een handig vals argument: dat je – vooral als stadsdeelbestuurder – flexibel bent en maatwerk levert, ook als je dat niet, nauwelijks of slechts na zeer vele jaren levert. Of: zeg dat de bewonersvertegenwoordiger niet representatief is voor diens achterban. Representativiteit heeft diverse facetten en – onder ons gezegd – lang niet altijd zijn de bestuurders zelf echt representatief...
stilte, oftewel verborgen agenda's, zoals die gebruikt worden in de propaganda voor sloop/nieuwbouw. Belangrijke argumenten worden verzwegen, bijvoorbeeld het bestaan van een bouwkundig rapport met informatie die niet goed in de plannen van het bestuur passen.
een vergaderstijl die burgers demotiveert om te participeren in de (deel-) raadsvergaderingen. Belangrijke aspecten van de vergaderstijl zijn de agenda-indeling en het gebruik van (vaak Engelstalig) managementjargon.
salamitactiek zodat de bewoners niet in de gaten hebben welk pakket maatregelen met welke uiteindelijke doelstelling nu eigenlijk op hen afgestuurd wordt (net zoals een goed beveiligd e-mailprogramma de data in 'pakketjes' opdeelt en verstuurt);
uitstellen: laat vooral veel 'onderzoeken' doen en onder de bewoners veel meningspeilingen uitvoeren en vertel dat het veel ambtelijke capaciteit vergt om dat allemaal zorgvuldig te verwerken, zodat je later kunt vertellen dat je héééél goed naar de burgers geluisterd hebt. Uitstel helpt ook om bewoners te doen vergeten wat je misschien eerder hebt beloofd.
raadplegen, via hoorzittingen, inspraak (ook wel fopspraak genoemd), meningenmarkten, crowd sourcing en andere manieren van marktonderzoek. Wellicht zelfs advisering. Dit is vooral effectief als verdedigingslinie indien het bestuur het daarbij laat en niet of slechts heel vaag laat weten wat het wel of niet met die informatie doet. Raadplegen is prima, maar als zodanig is het géén: samen plannen maken, géén participatie.
zandbak – net zoals sommige computerfirewalls gebruik maken van een 'sand box' technologie: laat de bewoners ergens quasi ver weg met enorme hoeveelheden documenten – als 't ware in een 'zandbak' op een 'spoorbaantje' (participatieroute) participantje spelen en benadruk dat het echt een 'participatietraject' is (de 'bewonersparticipatie' over 'Schiphol' lijkt hier volgens ervaringsdeskundigen verdacht veel op);
omgekeerde zandbak oftewel achterkamer-afspraken. Bijvoorbeeld geheime afspraken maken met projectontwikkelaars en als die uitkomen, beweren dat er enorme schadeclaims dreigen als je die afspraken ongedaan zou moeten maken of zou moeten wijzigen. Zorg wel dat er niemand notuleert – wel zo gemakkelijk, want dan kunnen ze er niet mee naar de Raad van State.
glossy's: maak voortdurend reclame voor jezelf als bestuurder zodat de grotere groep bewoners – vooral wie niet participeert – én de bestuurders op hogere niveaus denken dat je heel goed bezig bent;
uitbesteding: laat de 'participatie' verzorgen door een aantrekkelijke, vertrouwenwekkende man of vrouw van 'ver weg', zodat je zelf buiten schot blijft bij eventuele bezwaren of andere problemen;
uitbesteding [2]: mandateer het besluit aan het dagelijks bestuur, zodat er helemaal geen bewoners hoeven te worden ingeschakeld voor raadpleging of participatie. Als het dagelijks bestuur er dan niets over publiceert, dan zet je de bewoners voor het blok en kom je er waarschijnlijk wel mee weg.
sluit de weg af: zorg via je landelijke partij dat de gang naar de rechter wordt bemoeilijkt door het griffierecht te verhogen (is al gebeurd) en door veel minder bewoners als belanghebbenden aan te laten merken.
Zeg (bluf) dat je als bestuur alles helemaal binnen de regels doet. Ga er van uit dat dat belangrijker is dan verstandig handelen. Grote kans dat je ermee weg komt.
Deze firewall-componenten kwamen tevoorschijn uit de jarenlange ervaring van tal van bewonersgroepen in en rond Amsterdam. Het zijn evenzovele aangrijpingspunten om als bewoners te gebruiken om 'binnen' te komen in planvorming voor zaken die jou als bewoners sterk raken.
Wellicht zijn er meer. We horen ze graag.
Hoe samen-goede-plannen-maken wél werkt, staat heel compact en toch concreet in hoofstuk 3 van het evaluatierapport over het zogenaamde Participatietraject voor de Vernieuwing van Slotermeer1, van augustus 2008.
Een van de belangrijkste voorwaarden voor een 'civil society', voor verantwoordelijk burgerschap, is het erkennen van probleemeigendom. Waar het probleemeigendom door bestuurders in een vroeg stadium van bewoners wordt 'afgepakt', krijgt vervreemding alle gelegenheid om de kloof tussen burgers en bestuurders in stand te houden of zelfs te vergroten. Het zelfde geldt voor een te enge definitie van een probleem. Zoiets kan wijzen op institutionele bevangenheid van het ambtelijk apparaat, op 'groepsdenken'. Dit is vergelijkbaar met 'tunnelvisie' van een rechercheur in een misdaadzaak. Door zo'n 'tunnelvisie' ziet deze belangrijke aspecten van een probleem of oplossing over het hoofd.
Al tientallen jaren is bekend dat ervaren ambtenaren op sleutelposities soms een belangrijke barrière vormen tegen transparantie en tegen gelijkwaardig overleg tussen bewoners en bestuurders. Zulke ambtenaren zijn immers belangrijke adviseurs van vooral de portefeuillehouders.
Mei 2012. Het rapport Vertrouwen in burgers komt in de publiciteit. De website NRC.nl meldt: het was één en al 'kan niet' en 'moeilijk', verzucht een initiatiefnemer in Vertrouwen in burgers. Een rapport waarmee de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid radicaal partij kiest voor betrokken burgers die stuklopen op 'bestuurderslogica'. Ambtenaren krijgen een les maatschappijleer2.
Alleen: 'les krijgen' betekent nog helemáál niet dat de student iets leert, iets beter kan, een betere houding ontwikkeld heeft...
Lees hier dit evaluatierapport.